snelheid

Tijdens het rijden op de vluchtstrook heb je te maken met snelheid van het overige verkeer. Beschrijf welke snelheid je zou aanhouden t.o.v. het overige verkeer.

 

Op grond van artikel 91 van het RVV 1990 mogen voorrangsvoertuigen afwijken van de voorschriften van het RVV 1990, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de dringende taak. Ten aanzien van de maximum snelheid van voorrangsvoertuigen is in de Regeling het volgende bepaald:

  • De rijbaan wordt bereden met een snelheid van maximaal 40 km per uur boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid; dit geldt voor lokale, provinciale en auto(snel)wegen.
  • Op woonerven wordt stapvoets gereden. Met stapvoets wordt conform de jurisprudentie maximaal 15 km per uur bedoeld.
  • Een vluchtstrook wordt bereden met een snelheid van maximaal 20 km/uur boven de snelheid van het verkeer op de rijbaan, met een snelheid van maximaal 80 km/uur.
  • Wanneer de snelheid van het andere verkeer lager is dan 30 km/uur, mag op de vluchtstrook maximaal 50 km/uur worden gereden.